Activiteiten die gericht zijn op wederzijdse hulprelaties tussen mensen die van elkaar verschillen, kunnen de verbinding tussen groepen buurtbewoners vergroten en tegenstellingen, vooroordelen en polarisatie verminderen. Dit soort activiteiten hebben de meeste kans om verschillen te overbruggen en daarmee de onderlinge verhoudingen in de buurt te verbeteren. Belangrijk is om ze goed uit te voeren. Voorbeelden van deze activiteiten zijn mentorprojecten met jongeren en werknemers uit bedrijven, maatjesprojecten met vluchtelingen of taalprojecten waarin nieuwkomers worden geholpen met de Nederlandse taal. Maar ook minder structurele vormen als boodschappen doen of koken voor een buurtgenoot zijn voorbeelden.
Dit werkt wel:
- Zorg dat mensen zich kunnen identificeren met elkaar, bijvoorbeeld op basis van leeftijd, sekse of andere overeenkomsten.
- Koppel personen aan elkaar op basis van gelijkwaardigheid en het feit dat ze elkaar aanvullen. Een effectieve relatie tussen twee maatjes vraagt om een ‘klik’ tussen beide partijen.
- Organiseer begeleiding bij maatjesprojecten, bijvoorbeeld door coaching en training. Een beroepskracht kan de voortgang en kwaliteit van het ondersteuningstraject op afstand volgen.
- Het werkt beter als de hulp niet eenmalig is maar vaker plaatsvindt over een langere periode.
- De meest ideale situatie is die van wederzijdse hulp, waardoor er een win-winsituatie ontstaat.
Dit werkt niet:
- Voorkom dat de statusverschillen te groot zijn in de hulprelaties. Het optimale effect wordt bereikt als beide personen elkaar als gelijken behandelen.
- Voorkom dat de mentor zich autoritair opstelt.